van Steenis nv

Bamboe

In het circus werkt een man die zich ‘equilibrist’ noemt. Als evenwichtskunstenaar verlegt hij steeds verder zijn grenzen en tracht om steeds meer voorwerpen steeds langer in beweging te houden. Borden en schoteltjes, op iedere hand één en zelfs op zijn voeten… vier, vijf maximaal. Moeilijk om iets nieuws uit te vinden en nog moeilijker om de concurrentie voor te blijven.

‘If you keep on doing what you always did, you’ll keep on getting what you’ve always got.’

Alleen dus door aan te vangen met haaks te werken op hoe je altijd gewerkt hebt, kun je echte vooruitgang boeken. ‘Het geluk is als een deur die naar je toe opendraait.’ Om er binnen te treden, kun je niet gewoon doorlopen, noch naar binnen stormen. Integendeel, je moet achteruit gaan om vooruit te kunnen.

Denk bijvoorbeeld aan het strand: Hoe meer je je hand dichtknijpt om het mulle zand vast te houden, hoe sneller het wegglipt. Als je daarentegen je hand openhoudt, blijft het zand liggen. Je moet eerst investeren om ooit winst te kunnen maken; je moet eerst zaaien om ooit te kunnen oogsten; je moet eerst aas uitgooien om ooit een vis te kunnen vangen. Een huis bouw je ook eerst in de diepte voordat je in de hoogte kunt gaan.

Onze evenwichtkunstenaar moet daarom alles mentaal omdraaien wil hij ooit boven de vijf bordjes geraken. Hij besluit dan ook om voortaan geen enkel bordje meer aan te raken. Hij denkt integendeel aan een bamboestok, selecteert er een die sterk en recht is en aan al zijn ‘aanwervingscriteria’ voldoet, schaaft er de scherpe randjes af, zet het ding rond zijn eigen as in beweging en plaatst er een bordje bovenop. Het bordje valt natuurlijk, dus begint hij opnieuw. Na tientallen pogingen lijkt de bamboestok (zeg: medewerker) lang genoeg te kunnen blijven draaien om er een tweede bij te nemen. De equilibrist (zeg: manager) leidt dus bamboestok 2 op, zwengelt ondertussen nummer 1 nog even aan en zet een bordje op 2. En idem dito met nummer 3, 4, 5… tot en met de 14de bamboestok! Veertien bamboestokken draaien nu zelfstandig in het rond met hun bordje er spinnend bovenop. En de manager? Die raakt geen bordje meer aan. Hij zorgt enkel voor de bamboestokken. Soms moet er eentje worden vervangen, maar dat is normaal. Hij is nu in de werkelijke zin van het woord de ‘spilfiguur’, de man die de zaak dankzij zijn mensen draaiende houdt.

Wat zeg je? Waarom hij dan niet een vijftiende bordje op één van zijn eigen handen zet en zo het absolute record op vijftien brengt (omzet +8% en dit alles zuivere netto winst)? Omdat hij dan slechts één hand zou overhebben om zijn ploeg te coachen en op die manier de begeleiding van zeven medewerkers hypothekeert! Structurele oplossingen vóór ad-hoc-stoplappen. Langetermijn vóór kortetermijn. Maestro vóór macho. Slim kereltje!

www.vansteenis.be